Mineralen
Het verschil tussen vitaminen en mineralen is dat het lichaam wel verschillende vitamines aan kan maken maar geen enkel mineraal. Alle mineralen krijgen we dus via onze voeding binnen.
De mineralen in ons lichaam spelen een belangrijke rol bij:
- Transport van zuurstof naar de cellen
- Groeiproces
- Instandhouding en het herstel van weefsel
- Spiercontractie
- Werking van de zenuwen en de energiehuishouding.
In totaal zijn er 18 mineralen nodig. Wat voor de opname van vitamines geldt, geldt ook voor mineralen. Wanneer je gevarieerd en verantwoord eet krijg je voldoende binnen. Slechts in uitzonderingsgevallen is suppletie gewenst. Voorbeelden van mineralen zijn onder meer calcium, magnesium, natrium en ijzer.
Hieronder een overzicht.
Calcium
 | Kenmerken: Nodig voor sterke botten, groei, voorkomen osteoporosis Bronnen: Zuivelproducten (melk, kaas, yoghurt) | ADH 1000 milligram |
Chloor
 | Kenmerken: Handhaaft de osmotische waarde en zuurgraad in het maagsap. Daarnaast helpt chloor de lever bij de afvoer van afvalstoffen. Ook speelt het een rol bij de uitscheiding van kooldioxide door de longen, is het betrokken bij het transport van hormonen en onderhouden van de gezondheid van pezen en gewrichten. Bronnen: Zout, zeewier, visproducten en vlees. | ADH 12 milligram |
Chroom
 | Kenmerken: Voorkomt en verlaagt hoge bloeddruk. Het verbetert de omzetting van koolhydraat tot nuttige energie (reguleert de omzetting van insuline) en is daardoor van belang bij het voorkomen van suikerziekte. Bronnen: Zout en olijven. Verder in peulvruchten, volkorenproducten, melk en zuivelproducten, vlees, vis en schaaldieren, groente en fruit. | ADH 0,5-0,2 milligram |
Essentiële vetzuren (EPA/DHA)
 | Kenmerken: Gunstige invloed op hart en bloedvaten Bronnen: Vette vissoorten (makreel, haring, paling, sardines, tonijn, zalm) | ADH 1-2 gram |
Fluor
 | Kenmerken: Voorkomt tandbederf. Draagt bij aan sterke botten omdat het de opname van calcium bevordert. Bronnen: Vis, gelatine, Chinese (groene of ongefermenteerde) thee, drinkwater. | ADH 1,5-4 milligram |
IJzer
 | Kenmerken: Belangrijk voor energiehuishouding, bij bloedarmoede en vermoeidheid Bronnen: Volkorenproducten, rundvlees, lever, kip, eieren, vis, aardappelen, groenten | ADH 9 milligram |
Jodium
 | Kenmerken: Betrokken bij de synthese van schildklierhormonen. Nodig voor het behoud van gezonde nagels, huid en haar. Stimuleert de aanmaak van het HDL-cholesterol. Bronnen: Schaal en schelpdieren, brood. | ADH 0,15 milligram |
Kalium
 | Kenmerken: Kalium regelt samen met natrium (zout) de waterhuishouding in het lichaam. Natrium houdt het vocht vast, kalium laat het los en regelt dit alles. Bronnen: Chocolade, banaan, rozijnen, ketchup, kip, haring, tomaat, kiwi, aardappel, spinazie en spruitjes. | ADH 1600 milligram |
Kobalt
 | Kenmerken: Essentiëel voor de vorming van vitamine B12 in het lichaam. Bronnen: Melk, mosselen, vlees, oesters en bier. | ADH 0.008 milligram |
Koper
 | Kenmerken: Van groot belang bij de verwerking van vitamine C, wordt snel in het bloed opgenomen. Nodig voor het omzetten van ijzer in hemoglobine. Bronnen: Gedroogde vruchten, bonen, vis en (runder)lever. | ADH 2 milligram |
Luteine en zeaxanthine
 | Kenmerken: Antioxidanten, bescherming van het oog Bronnen: luteïne: boerenkool en spinazie zeaxanthine: maïs | ADH 1-2 milligram |
Magnesium
 | Kenmerken: Voedingsstof voor de hersenen, verhoogt de weerstand tegen stress, depressies en spanningen, versterkt het concentratievermogen en het geheugen. Verder is het betrokken bij het vrijmaken van energie uit voeding, het goed functioneren van de zenuwen en de spieren. Tot slot helpt magnesium bij de vorming van gezonde tanden en botten en bevordert het de gezondheid van hart en bloedvaten. Bronnen: Groene bladgroente, noten, citrusvruchten, appelen, peulvrachten, volkorenproducten en vis. | ADH 400 milligram |